Blog van Esmeralda - Deel 5
Esmeralda loopt 6 maanden stage in Nepal bij een HEF familie. Ze praat je graag bij over alles wat ze meemaakt. Dit is het vijfde deel.
Twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen, een meisje op blote voeten, en raad eens, dat meisje was ik! Afgelopen week liep ik elke dag naar de waterpomp om een emmertje water te halen als ik water nodig had. Dat was geen helder schoon drinkwater, nee, zanderig bruin water en naast de pomp was een klein hokje en dat was gelijk je badkamer. Je mocht je ook wassen bij de waterpomp hoor, maar dat ging me net iets te ver. De waterpomp was gelukkig achter het huis dus ver lopen was het niet, en hee, we hadden in ieder geval water en je kon je wassen, alle redenen tot dankbaarheid! Inmiddels zit de week in de plain area’s erop en ben ik maandagochtend heerlijk aangekomen in het hostel, wat voor nu echt even voelt als thuiskomen.
Vorige week maandag zouden we vertrekken richting Jandaul, de plaats waar we zouden verblijven. Er werd me verteld vroeg klaar te staan want de bus ging maar 1x per dag. Dus daar stond Ezzy. ‘s Morgens om 8 uur, gewassen en wel, klaar voor vertrek met haar backpack. Wat bleek? De anderen sliepen nog of waren nog lang niet klaar. De bustijd was verzet van 10 uur naar 13 uur dus we gingen eerst zwemmen in de beek, tijd genoeg! Nu was dat echt een heerlijk begin van mijn dag, langs de beek zitten, bergen om je heen, blauwe lucht, zonnetje, kinderen die vrolijk spelen, vrouwen die de kleding wassen, en iedereen was zo blij! Uiteindelijk hebben we wel de bus gemist, eerst ben je gefrustreerd, daarna lach je erom, want dat gebeurd hier in Nepal elke keer en niemand maakt zich er druk om. Morgen weer een nieuwe dag met een nieuwe poging.
Dinsdagmorgen om klokslag 6u vertrok de bus en we zaten er in hoor! Deze ervaring met de bus maakte een hoop goed van de vorige keer. Er was genoeg ruimte, ik had een zitplaats, er waren geen smalle bergpaadjes, en we konden gewoon lekker doorrijden. We werden gedropt in de middle of nowhere, een heel klein plaatsje met drie winkeltjes, vier geiten en een koe. Hier moesten we zijn, in de brandende zon, en in de verste verte niemand te bekennen en natuurlijk stond er ook geen wegwijzer met de naam Jandaul. Na een tijdje kwam er gelukkig een motor aan en dat was pastor Gurung bij wie we gingen overnachten. Er werden nog twee motors geregeld en daar gingen we dan, op naar Jandaul! De pastor woont met zijn gezin bij de school waar ik les ging geven dus dat was erg handig. Na even gerust te hebben maakten we kennis met de leerlingen en na de maaltijd begon de les! Wat blijkt, de kinderen praten geen Engels, en bijna geen Nepali, maar een stam of streektaal die zowel mijn tolk als ik niet begrepen haha, dan heb je pas een uitdaging! Wat een zegen om die kinderen les te geven. Inmiddels verzamelden zich een groep mensen buiten om het lokaal want wie was dat vreemde blanke wezen toch die voor de klas stond? Dat was kenmerkend deze week, nog erger dan hier in Dharan. Overal waar je kwam laten de mensen acuut alles liggen om je aan te staren. Zo gingen we naar een voetbalwedstrijd (jaja dat doen ze hier ook gewoon hoor!), en toen we aankwamen gingen alle blikken van de toeschouwers naar ons in plaats van de spelers. Soms voelt het dreigend, soms is het lachwekkend, je lacht vrolijk terug en loopt verder.
Armer dan arm, dat was het afgelopen week. Zoals ik al zei was de enige watervoorziening een waterpomp, als de elektriciteit uitvalt (zo’n 14 uur per dag) is er geen kleine generator zodat je in ieder geval nog licht hebt, nee, dan is het gewoon aardedonker buiten, m’n bed was van hout, geen matrasje, alleen een flinterdun rieten matje, zo oncomfortabel dat je elke dag met spierpijn opstond. We sliepen met z’n allen op dezelfde zolder waar je tegen de spinnen aankeek en waar alles in en uit kon lopen, wat er voor zorgde dat ik een keer ‘s nachts wakker werd omdat er een kikker of muis (we weten nog steeds niet wat het nu was) over me heen aan het springen was, dan ben je er toch wel even flink klaar mee hoor, als dat door een kiertje van je klamboe je bed in glipt, of als je vleermuizen aan je klamboe hebt zitten die vrolijk heen en weer fladderen, brr, wat verlangde ik terug naar mijn “goede” hostel!
Bij de school was ook een medical clinic. Het bijzondere van deze clinic is dat, ondanks dat er drie van zijn in de omgeving en dat de mensen vijandig zijn richting christenen (en dit was een christelijke clinic), bijna iedereen naar deze clinic komt omdat de pastor (ook de dokter) voor alle patiënten bid en zij hierdoor ook echt sneller en vaker genezen dan bij de andere clinics. Gaaf om te zien hoe God op zijn unieke manier werkt in deze omgeving. De christenen bidden hier dan ook voor alles, voor ze een aspirine innemen, als ze een glas drinken krijgen, als ze op weg gaan, als ze in een waterfiets stappen (jaja, wij hebben hier gewaterfietst!), en overal waar je voor kan bidden daar bidden ze voor. Erg gaaf om mee te maken en om zelf toe te passen, het geeft een vredig gevoel.
Zaterdagochtend was het tijd om naar de kerk te gaan. Ik had inmiddels een flinke griep te pakken en was ik snotverkouden, hoe krijg je dat voor elkaar met temperaturen van boven de 30 graden. We zouden met de motors naar de kerk gaan. De tocht was 15km dus als we moesten lopen had ik al gezegd dat ik niet mee ging want dat ging me niet lukken. Nu zijn ze niet zo goed in communicatie hier in Nepal, en het was weer erg frustrerend toen bleek dat de ouderen met de motors gingen, en wij konden vast het busje tegemoet lopen wat ons op kwam halen. Ja, je ziet het al voor je zeker? Een halfuur later loop je nog en er is geen busje te bekennen, op die momenten is het zo moeilijk om te zeggen ‘oke ik laat het gaan, ik geniet van de omgeving en van het avontuur’, je voelt je al niet lekker, het is bloedheet, geen schaduw te bekennen, en je loopt maar door, uiteindelijk kwam er dan toch een busje en een uur later waren we bij de kerk. Het was een klein donker kerkje maar wel met ventilator en een stoel (juich momentje!). Ik denk dat het een mooie dienst was, de spreker vertelde erg levendig met grote gebaren en de mensen lachten, we waren met zo’n 20 man denk. Zoals altijd bestond het grootste gedeelte uit vrouwen. Na een kleine twee uur gingen we weer op weg naar huis, en we mochten weer in de hitte wachten in de hoop dat er iets langs kwam waar we in mee konden, dit keer een kleine volgepropte taxi, en ook hij dropte ons weer af in de middle of nowhere. Nu denk je natuurlijk dat de terugweg ook bestond uit hijgen en puffen en ja dat klopt! Voor het eerste stukje dan, we hadden al na tien minuten pauze omdat het te warm was om te lopen. In de verte kwam er een trekker aan dus wij gingen vast aan de kant. Toen begonnen de ogen van Baie te glunderen, Baie betekent broertje/bro in het Nepali, een levendige jongen die me telkens deed denken aan mijn eigen stoere Bro! Baie had een plan, ‘wacht! Ik ga een lift vragen aan de trekker!’ dus hij de weg op, hij laat de trekker tot stilstand komen, en ja hoor we mochten met z’n allen mee op de trekker. Hilarisch, wat hadden we een lol, heen en weer geslingerd alle kanten op, onder de blauwe plekken, maar wat geeft het! Je hebt een leuke tijd en je hoeft niet te lopen, de jongen die de trekker bestuurde had een grote glimlach op z’n gezicht en zo waren we allemaal blij en binnen een kwartiertje weer mooi bij de school.
De rest van de dag was erg rustig. Het was inmiddels al drie uur toen we terug kwamen uit de kerk. Ik zat rustig op het balkon een verslagje te schrijven toen er ineens iets om m’n oren vloog. Niet doorhebbent wat het was ging ik gewoon verder. Toen hoorde ik kinderen lachen en vervolgens kwam er een regen aan stenen en harde brokken klei, jaja, dan word je even bekogeld met stenen door een groepje kinderen. Slik, en een lol dat ze hadden, toen heb ik toch maar even m’n boeltje opgepakt en ben ik naar binnen gegaan. Als je je beseft dat die stenen voor jou bedoeld zijn, is dat erg heftig, ik ben toch ook maar een mens.. ‘s Avonds zat ik er flink doorheen. Alle indrukken, de hitte, de griep, de armoede, het primitieve leventje, de onbekende taal, oh wat wilde ik graag terug naar het hostel. Gelukkig bracht de zondag weer nieuw leven in de brouwerij…
Het begon al ‘s morgens vroeg, Baie stond aan onze deur te roepen en kloppen (om 6 uur op de zondag weet je wel, dan wil je gewoon slapen), kom kom, we gaan vissen!! Mijn eerste reactie was neeeee ik wil slapen alsjeblieft, toen dacht ik, ach dat ene uurtje, let’s go! Nu had ik het vissen verkeerd ingeschat want dat gaat hier niet met een hengeltje, nee je gaat de modderige rijstvelden in met een netje en een schop, en je graaft en stampt lekker door de modder op zoek naar de vissen. Aangezien ik al helemaal vies was voor het vissen überhaupt begon heb ik mooi toegekeken hoe zij de vissen vingen. Auntie ging ook mee, en zij was zo stoer, wat nou een netje? Gewoon met je blote handen! En daar stond ze hoor, in haar nepalese kleding, in de blubber, en vissen maar. De een na de ander had ze te pakken, ze ving de meeste en oh wat had ze een lol! Heerlijk om naar te kijken. Vervolgens lagen de gevangen visjes op ons bord bij het ontbijt, iets minder smakelijk omdat ik telkens voor me zag hoe ze daar in de modder spartelden, na twee visjes hield ik het voor gezien al was de smaak erg lekker!
Het was de laatste dag in Jandaul dus we mochten afscheid nemen van de leerlingen op school. Het plaatselijke winkeltje heeft voorlopig even geen snoep meer want ik heb het leeggekocht voor de leerlingen. We gingen trakteren, net als vroeger als je jarig was, wat een zegen om dit te doen!! Hoe blij kinderen zijn met een paar snoepjes, in hun gescheurde kleding, onder het vuil maar met glunderende oogjes, “thank you ma’am!”, wat een prachtig moment, de kinderen blij, ik blij, het was een feestje. Daarna waren we uitgenodigd om een paar leraren te bezoeken, dit hadden ze pas 13x gevraagd dus oke oke we komen al haha. En raad eens, we gingen op de fiets! Denk nu niet yess comfortabel, want zonder versnelling, halfwerkende remmen, rammelend aan alle kanten, niet te besturen en dan dwars door rijstvelden, beekjes, hobbel de bobbel gravel wegen en als extra moeilijkheid kreeg ik ook nog een meisje achterop omdat ik toch wel het beste kon fietsen. Daar gingen we dan, in de hitte, zonder schaduw, en in de verste verte geen dorp te bekennen. Telkens als we weer eens omvielen of door kuilen gingen schaterde het meisje (de dochter van Pastor Gurung, een jaar of 8 denk ik) van de lach en dat was prachtig! Als je haar zo hoort lachen begin je zelf ook te lachen en is het allemaal wat minder erg. Maar oh wat was het gruwelijk zwaar, en zo hilarisch, waren we net weer op weg en dan viel er weer iemand om in de modder en zand, omdat de anderen net voor het eerst leerden fietsen. Eenmaal aangekomen in het dorpje bij de leraren zagen we er niet uit, overal zand en zweet en ontplofte kapsels, maar dat gaf niet, iedereen was dankbaar dat we langskwamen.
Dit had als resultaat dat we overal uitgenodigd werden, bij de leraren, op een school, in een tempel. Herinner je je het ontbijt verhaal van de vorige keer nog? Nu was het theetijd en dat ging in hetzelfde patroon. De eerste keer thee of frisdrank met koekjes denk je yes! De tweede keer ook nog wel, de derde keer denk je oke alleen drinken zonder koekjes, en de vierde keer denk je nee niet weer! Ze nemen hier namelijk niet een koekje bij de thee, nee acht pakjes koekjes bij de thee. Gelukkig hadden we het dochtertje bij ons en die was dol op koekjes en at alle pakjes voor ons leeg. Mijn tip: neem dus altijd een kind mee als je op visite gaat! Als ze achterop je fietst zit denk je oh my noodless wat is dit zwaar maar later ben je dankbaar!
Heel wat kilometers en koekjes verder was het tijd om terug naar de school te gaan. Dit keer namen we de ‘goede’ gravel weg in plaats van dwars door de rijstvelden te gaan wat wel betekende dat we drie keer zo lang moesten fietsen. Afgelopen zomer heb ik voor het eerst gemountainbiked in de bergen, je weet wel, downhill over die mountain tracks, iets wat ik zwaar onderschat had want het ziet er stoer uit en het leek me zo coowl om ook te doen! Alleen het in de praktijk brengen ervan ging me niet zo goed af. Ik heb nog nooit zoveel blauwe plekken, schrammen en spierpijn gehad want het was toch iets lastiger dan ik dacht haha. Ik dacht wat kan er nu erger zijn dan downhill mountainbiken? Ik heb een antwoord, over mountainbike paden fietsen zonder mountainbike! Wat een avontuur, door het zand, over heuveltjes, zonder weg, en nog steeds het lachende meisje achterop, oh wat zwaar. Als je ervaring hebt met de karakterweekenden van de 4e Musketier, het leven hier is echt een karakterweekend 4.0, nu was het karakterweekend het gaafste avontuur van mijn leven dus moet je nagaan hoe gaaf dit avontuur is!! Als je gewoon door blijft trappen, en liedjes zingt, en bid voor energie, en lacht, en geniet, dan kom je vanzelf bij de school aan en hadden we een mega leuke dag achter de rug!
Maandagmorgen vroeg vertrokken we richting Dharan, en wat een zegen, de bus kwam al om 6u en zelfs met een overstap stonden we om half 9 al in Dharan. Ik ben weer heerlijk in het hostel, ik geniet van m’n bedje met dunne 3cm matrasje, van de ventilator, van de kraan, van mijn eigen kamer, en als kers op de taart was er een pakketje uit Nederland! Vol kruidnootjes, tony chocolonely, dethol zeep (sinds ik hier ben is dethol mijn grootste vriend) en nog meer spullen die me doen denken aan thuis. Nu eerst even goed bijkomen van de afgelopen week, want hij was zwaar en heftig, maar ook mooi en waardevol, God is erbij, overal en altijd. Over twee weken komen de meiden terug, wat zie ik er naar uit! Dan vliegen de dagen voorbij omdat je overal en nergens bent en dan kan je gezellig babbelen met elkaar. Voor nu heb ik nog geen plannen, ik zie vanzelf wat deze twee weken me brengen, wie weet kan ik nog wat woordjes Nepali leren.
Dankjewel voor al jullie gebeden en lieve berichtjes, dat doet me zo goed! Het maakt het leven hier een stuk minder eenzaam, want ja soms is het enorm eenzaam als bijna niemand je begrijpt, en het maakt het leven waardevol! Praise the Lord! I’m praying for all of you, too.
Oh & nog even iets anders, ik krijg enorm vaak de vraag of ik foto’s bij de blog wil zetten, maar hee leukerds, die foto’s staan allang op de site! Als je de site opent en het kopje ‘photography’ aanklikt kan je mooi zien waar ik allemaal uithang en wat ik uitspook, en genieten van de mooie omgeving hier. Enjoy & Adios!