Gemeenten-in-wording in de omgeving van Damak
Vlak ten noorden van de stad Damak in het zuidoosten van Nepal liggen enkele dorpen die voornamelijk door mensen van de Kiratistam bewoond worden. Daar zijn de laatste maanden velen tot geloof gekomen.
De Kirati is een verzamelnaam voor verwante stammen: Limboo, Rai, Sunwar, en enkele kleinere. Ze wonen in Oost-Nepal en het aangrenzende gebied van Noord-India. Van oudsher geloven de Kirati in één God en ze hebben in hun geloof oude Joodse en Christelijke trekken. Deze laatste stammen voornamelijk uit de tijd van de Nestoriaanse Christenen (800 - 1000), die in heel Noord-India en zelfs in Tibet kerken en bisschoppen hadden. In die tijd lijken ze ook in het gebied van het huidige Nepal invloed te hebben gehad. Alleen verhindoeïseren de Kirati steeds meer, eerst door pressie van de regering van Nepal, maar nu ook door invloed van de meerderheid.
Sommige groepen Kirati zijn wat behoudender dan de massa. Dat is o.a. het geval in Peltimari, waar evangelist Santosh Ranapaheli werkt door middel van huisbezoeken. Het afgelopen jaar is uit zijn werk de stichting van een kleine geloofsgemeenschap voortgekomen, die nu al 35 á 40 mensen telt. Sommige leiders onder de Kirati in die plaats zoeken aansluiting bij hen. Vanuit Peltimari is er geëvangeliseerd in het nabijgelegen Sikharkatare. Negen maanden geleden kwamen daar 12 mensen tot geloof met een evangelisatiebijeenkomst (een zeldzaamheid in Nepal, waar mensen vaak heel lang moeten delibereren voordat ze Christen worden). Die voegden zich bij de zes gelovigen die daar al waren. Nu is er ook in dat dorp een Christelijke gemeenschap van meer dan 30 mensen. Ook zij hebben een eenvoudig kerkgebouwtje van bamboe gebouwd.
Het bijzondere van Sikharkatare is, dat daar niet alleen veel Kirati wonen, maar ook veel leden van de hoge kasten, die veelal lid zijn van Santa Kabir, een hindoeïstische sekte die momenteel sterk vergrijst. Daardoor staan veel jongeren uit hun kring erg open voor het Christelijke geloof.
In Peltimari en Sikharkatare werken Dev en Rajendra als vrijwilligers, maar met een kleine ondersteuning, anders kunnen ze niet leven. Veel van de jongeren trekken uit die dorpen weg, net als elders in Nepal, om in de Arabische wereld, Afghanistan of Maleisië als arbeidsmigranten-zonder-rechten wat geld te verdienen. De helft van de jongeren vertrekt op die manier voor jaren naar buiten. Veel kinderen kennen hun vader niet of nauwelijks, want die komt slechts eens per jaar of eens per twee jaar kort naar huis.
In Peltimari en Sikharkatare hebben we nieuwe open deuren voor het Evangelie gevonden. Nu zijn daar al meer dan 70 gelovigen; degene die het langst gelovig is, is drie jaar geleden tot geloof gekomen. Tientallen anderen hebben al belangstelling getoond voor het geloof in Christus. Ook hier breidt deKerk van Christus zich uit en draagt ze bij aan het welzijn van deze dorpen.